Even voorstellen – Mieke Pelger

17-10-2025

Mijn naam is Mieke Pelger en ik ben 43 jaar oud. Samen met mijn man en onze twee kinderen wonen we in Alkmaar. Tien jaar geleden maakte ik de overstap van gymdocent naar stage- en uitstroomcoördinator op Praktijkschool Focus in Heerhugowaard. Dat heb ik met veel plezier gedaan, tot dit schooljaar.

Vanuit mijn werk hield ik mij altijd bezig met de ontwikkelingen rondom de uitstroom van leerlingen, niet alleen op mijn eigen school maar ook in de regio Noord-Kennemerland. In 2015 werd daar het Expertisecentrum Arbeid (ECA) opgericht, als reactie op de Participatiewet. Het doel was om kennis te delen over alle uitstroomperspectieven van vso- en pro-leerlingen. Ik was vanaf het begin betrokken bij dit netwerk en twee jaar geleden kreeg ik de kans om het coördinatorschap van het ECA over te nemen.

Hoe ben je bij deze functie terechtgekomen?
Door mijn betrokkenheid bij het ECA en het contact met Peer Scheepers, mijn voorganger, groeide mijn interesse. Ik kende Peer al lang, onder andere van het stagecoördinatorenoverleg in Noord-Holland. Toen de vacature voor netwerkcoördinator vrijkwam, dacht ik; als ik nog een stap wil zetten, dan is dit hét moment. Hoewel ik nog steeds gelukkig was op mijn eigen school, heb ik de sprong gewaagd.

Wat vind je het leukste aan deze rol?
Het mooiste aan deze functie vind ik dat ik echt verandering kan brengen. Op school liep ik soms tegen dingen aan waar ik simpelweg de tijd niet voor had om dieper in te duiken. Nu kan ik dat wel en dat geeft ontzettend veel energie.

Een voorbeeld hiervan gebeurde al in mijn eerste weken. Ik werd gebeld door een vrouw van het CDA die ontdekte dat vso en pro niet in het verkiezingsprogramma stond. Ze vroeg of ik haar wilde helpen bij het opstellen van een amendement. Dat was even slikken want ik was net begonnen, maar ik ben er meteen ingedoken. Samen hebben we teksten doorgenomen, gecheckt en besproken. Uiteindelijk kreeg ik zaterdagochtend het telefoontje: ‘het amendement is aangenomen’. Dan denk ik; hier doe ik het voor!

Wat ik het allerleukste vind, is dat ik nu door heel Noord-Holland iets kan betekenen voor leerlingen. Dat ik merk dat het lukt om invloed te hebben en dingen voor elkaar te krijgen, terwijl ik nog maar net begonnen ben. Voorheen wilde ik vaak meer doen, maar zat ik vast in de waan van de dag op school. Nu is er ruimte om stappen te zetten en dat maakt deze rol zo waardevol.

Waarom is het netwerk vso en pro belangrijk volgens jou? 

Het netwerk is ontzettend belangrijk, omdat we echt van elkaar kunnen leren. Op school zit je vaak in je eigen bubbel. Als directeur, stagebegeleider of coördinator ben je druk met de waan van de dag en is het lastig om daar even uit te stappen.

Natuurlijk heeft iedere arbeidsmarktregio zijn eigen bijzonderheden en identiteit, maar juist daarom is het zo waardevol om ervaringen te delen. Door met elkaar op te trekken, voorkom je dubbel werk en ontdek je welke aanpak elders al succesvol is.

De rol van de netwerkcoördinator is daarin heel belangrijk: die zet alles op een rij, benoemt wat op dat moment prioriteit heeft en brengt scholen met elkaar in contact. Even die verbinding maken. Zo kunnen scholen hun krachten bundelen en staan ze samen veel sterker dan alleen.

Wat is de grootste uitdaging in jouw regio?

De grootste uitdaging in onze regio is het verschil tussen de verschillende gemeenten, zoals de Kop van Noord-Holland, West-Friesland en Noord-Kennemerland. Iedere gemeente regelt dingen net even anders, bijvoorbeeld op het gebied van dagbesteding. Dat kan ervoor zorgen dat leerlingen binnen dezelfde klas heel verschillende mogelijkheden hebben: de één krijgt iets wel, de ander niet. Voor scholen is dat vaak lastig uit te leggen en kan het frustrerend zijn.

Het doel is daarom om verbinding te maken tussen de regio’s en de juiste personen bij elkaar te brengen. Natuurlijk kunnen we de hele gemeentestructuur niet in één keer veranderen, maar we kunnen wel in gesprek gaan, ervaringen delen en bekijken wat mogelijk is. Het is vaak niet uit onwil, maar het is het niet weten. Ik probeer nu eigenlijk vooral om overal aan tafel te komen en de onwetendheid te verminderen. 

Als je naar jouw regio kijkt, heb je dan nog tips voor andere regio’s? 

Als ik naar onze regio kijk, zou ik andere regio’s vooral willen meegeven hoe belangrijk vaste overlegstructuren zijn. In Noord-Holland hebben we bijvoorbeeld goede momenten om zowel op directieniveau als op uitvoeringsniveau met elkaar af te stemmen. Daardoor weet je elkaar te vinden en kun je makkelijker samenwerken. Natuurlijk verschilt het per regio en hangt veel af van de betrokken directeuren en hun affiniteit met het netwerk, maar het is echt waardevol om die verbindingen te hebben. Ik ben heel nieuwsgierig naar wat er in de rest van het land al loopt en kijk ernaar uit om tijdens de landelijke overleggen ervaringen uit te wisselen. Zo kunnen we van elkaar leren en elkaar inspireren.