Dagbesteding en doorontwikkeling

Dagbesteding en doorontwikkeling

Goede voorbeelden | Documenten | Nieuws | Veelgestelde vragen

Goede voorbeelden


Veelgestelde vragen


Arbeidsmatige dagbesteding is bedoeld voor jongeren die op dit moment niet kunnen werken, bijvoorbeeld vanwege een beperking of ziekte. Het biedt jongeren een zinvolle invulling van de dag, maakt ze zelfstandiger en vergoot hun betrokkenheid bij de samenleving. Dit kan bijvoorbeeld door activiteiten op het gebied van kunst, sport, leren of sociale interactie aan te bieden. Dagbesteding draagt ook bij aan verbetering van hun kansen op de arbeidsmarkt. Door het opdoen van werkervaring, het ontwikkelen van vaardigheden en het vergroten van het netwerk kunnen jongeren doorstromen van dagbesteding naar werk.

Nee en ja. Eigenlijk valt dagbesteding, als deze bij de gemeente vandaan komt, onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en niet onder de Participatiewet.

De Participatiewet heeft tot doel om zoveel mogelijk jongeren die moeite hebben om werk te vinden, actief te laten deelnemen aan de maatschappij. Dit kan op verschillende manieren, ook bijvoorbeeld door dagbesteding. Dan zou vanuit de WMO dagbesteding ingezet kunnen worden als traject naar werk. Het is dus  belangrijk dat binnen gemeente de uitvoering van deze twee wetten hand in hand gaat. Dus via dagbesteding (WMO) naar werk (Participatiewet). Mogelijkheden die gemeente als dagbesteding kan inzetten zijn bijvoorbeeld zorgboerderijen, activiteitencentra of sociale initiatieven.

De route van een arbeidsmatige dagbesteding naar werk kan verschillen per jongere en is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de vaardigheden en interesses van de jongere, de beschikbare ondersteuning en middelen en de arbeidsmarkt. De route kan er als volgt uitzien:

  1. Evaluatie & advies: voordat jongeren uitstromen naar arbeidsmatige dagbesteding, is een grondige evaluatie en beoordeling van hun vaardigheden, interesses en potentiële loopbaanrichtingen van belang. Dit wordt gedaan door professionals in onderwijs, arbeidsbemiddeling of maatschappelijk werk. Arbeidsmatige dagbesteding als tussenfase naar werk, kan een uitkomst zijn van deze evaluatie.
  2. Werken aan vaardigheden: tijdens de arbeidsmatige dagbesteding kunnen jongeren aantoonbaar maken welke vaardigheden ze hebben ontwikkeld en waar hun interesses liggen. Succesvolle deelname aan taken, voorkeuren voor bepaalde activiteiten en feedback van begeleiders helpen bij het vinden van mogelijke werkrichtingen.
  3. Opstellen van een Individueel Plan van Aanpak: voor iedere jongere wordt een plan van aanpak opgesteld. Dit plan omvat doelen, strategieën en benodigde ondersteuning om de overgang naar werk te bevorderen.
  4. Jobcoaching en Voorbereiding: jongeren kunnen profiteren van individuele begeleiding en jobcoaching om hen voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld door het verfijnen van beroepsvaardigheden, werknemersvaardigheden, sollicitatievaardigheden, het verkennen van carrièremogelijkheden en het opbouwen van zelfvertrouwen.
  5. Sollicitatieproces en Plaatsing: jongeren worden begeleid bij het solliciteren naar passende banen op basis van hun interesses en vaardigheden. Begeleiders helpen bij het schrijven van cv’s, het voorbereiden op sollicitatiegesprekken en het identificeren van geschikte werkgevers. Het uiteindelijke doel is het vinden van een baan die aansluit bij de individuele capaciteiten en voorkeuren.
  6. Ondersteuning op de Werkplek: na plaatsing op de werkplek kan aanvullende ondersteuning nodig zijn om jongeren te helpen zich aan te passen en te gedijen in hun nieuwe rol. Alle jongeren die uitstromen vanuit pro of vso komen in het ‘doelgroep register’ en kunnen aanspraak maken op een ‘banenafspraak’ baan. Er zijn mogelijkheden om te werken in een ‘beschutte werkplek’. Hiervoor kan een advies beschut werk aangevraagd worden bij het UWV. Zowel bij een banenafspraak als beschut werk, zijn mogelijkheden voor aanpassen werkomgeving, inzetten van extra begeleiding en functiecreatie.
  7. Nazorg en Voortdurende Ondersteuning: het proces eindigt niet bij plaatsing op de werkplek. Voortdurende follow-up en ondersteuning zijn essentieel om ervoor te zorgen dat jongeren succesvol blijven in hun baan. Denk aan regelmatige evaluaties, het aanpakken van eventuele uitdagingen op de werkplek en het bieden van verdere professionele ontwikkelingsmogelijkheden.

Het onderscheid tussen arbeidsmatige dagbesteding en reguliere dagbesteding draait voornamelijk om de aard van de activiteiten en het doel ervan. Bij reguliere dagbesteding staat het welzijn en de ontspanning van de deelnemers centraal. Activiteiten zijn gericht op het stimuleren van sociale interactie, creativiteit, beweging en ontspanning, zoals wandelingen, creatieve workshops, spelletjes, muziek en koken.

Arbeidsmatige dagbesteding focust op het bieden van zinvol werk en het ontwikkelen van arbeidsvaardigheden. Het doel is om mensen te laten deelnemen aan de maatschappij en hun gevoel van eigenwaarde te vergroten. Activiteiten richten zich op het aanleren van vaardigheden die nodig zijn voor werk, zoals samenwerken, plannen, organiseren en uitvoeren van taken.

Bij arbeidsmatige dagbesteding is er vaak een gestructureerde omgeving met afspraken over werktijden, taken en verantwoordelijkheden. Bij reguliere dagbesteding is er doorgaans meer vrijheid en keuze in activiteiten. Het is belangrijk op te merken dat de scheidslijn tussen beide vormen van dagbesteding niet altijd strikt is. Vaak is er overlap in de aangeboden activiteiten.

De definitie van (door)ontwikkelen en doorleren is de mogelijkheid tot voortdurende persoonlijke groei. Het is een cruciaal instrument voor jongeren om volledig deel te kunnen nemen aan de maatschappij op de manier die zij wensen. Voor jongeren wordt ‘voortdurende groei’ beschouwd als een recht en een middel om een zo hoog mogelijk niveau van zelfstandigheid te bereiken dat past bij hun eigen kunnen. Het draait niet alleen om het behalen van specifieke diploma’s of het vinden van langdurige werkgelegenheid, maar vooral om het benutten van de kansen die jongeren hebben om hun volledige potentieel te benutten en zich op de best mogelijke manier te ontwikkelen. Het is belangrijk dat jongeren zich op een punt in hun leven bevinden waar ze het beste tot hun recht komen. Dit omvat niet alleen het verwerven van vaardigheden op school, op het werk of tijdens dagbesteding. Maar ook in alle aspecten van het leven, zoals inkomen, huisvesting, gezondheid, veiligheid, leren en werken. Centraal staat dat ontwikkeling plaatsvindt binnen de eigen mogelijkheden van de jongeren. Ontwikkeling is dus niet voor iedereen hetzelfde.

  • Recreatieve, belevingsgerichte dagbesteding
    Dit richt zich op het bieden van plezierige en zinvolle activiteiten die de kwaliteit van leven verbeteren en deelnemers de kans geven om nieuwe ervaringen op te doen. Bijvoorbeeld uitstapjes naar musea, dierentuinen, parken of andere recreatieve locaties. Maar ook creatieve activiteiten, zoals schilderen, muziek maken, of tuinieren. Het doel is ontspanning, sociale interactie en positieve ervaringen bevorderen.
  • Ontwikkelingsgerichte dagbesteding, gericht op leren
    Dit richt zich op het bevorderen van de ontwikkeling en het leren van nieuwe vaardigheden bij de deelnemers. Bijvoorbeeld door deelname aan educatieve workshops, trainingen of cursussen die hun kennis en vaardigheden vergroten. Activiteiten zijn gericht op het verbeteren van sociale, cognitieve, emotionele, of praktische vaardigheden, afhankelijk van de behoeften en interesses van de deelnemers. Denk aan computerlessen, kookworkshops, taalcursussen of trainingen gericht op zelfredzaamheid.
  • Arbeidsmatige dagbesteding
    Arbeidsmatige dagbesteding biedt deelnemers de mogelijkheid om in een gestructureerde omgeving te participeren in activiteiten die lijken op reguliere werkzaamheden. De nadruk ligt op het ontwikkelen en behouden van arbeidsvaardigheden. Denk aan het inpakken van producten, het onderhouden van groenvoorzieningen, het uitvoeren van licht administratief werk of het verrichten van eenvoudige productiewerkzaamheden. Doel is om de deelnemers een gevoel van eigenwaarde, voldoening en structuur te bieden en ze voor te bereiden op mogelijke toekomstige deelname aan de arbeidsmarkt.

De afgelopen vijf jaar zijn er een aantal belangrijke ontwikkelingen geweest in de arbeidsmatige dagbesteding.

Er is meer nadruk op participatie en inclusie: er is een verschuiving van arbeidsmatige dagbestedingsprogramma’s in een meer beschermde omgeving naar integratie in reguliere werksettings waar mogelijk. Om participatie en inclusie van jongeren met een beperking of een afstand tot de arbeidsmarkt in de samenleving te bevorderen.

Toename van diversiteit in arbeidsmogelijkheden: er is een grotere diversiteit aan arbeidsmogelijkheden binnen arbeidsmatige dagbesteding. Naast de traditionele werkplaatsen zijn er ook mogelijkheden voor vrijwilligerswerk, bij sociale ondernemingen en er is zelfs online werk.

Focus op vaardighedenontwikkeling en empowerment: arbeidsmatige dagbestedingsprogramma’s leggen meer nadruk op het ontwikkelen van vaardigheden die deelnemers zelfstandiger en zelfredzamer maakt. Denk aan technische, sociale en communicatieve vaardigheden.

Samenwerking met werkgevers en bedrijven: er is een groeiende samenwerking tussen arbeidsmatige dagbestedingsprogramma’s en werkgevers en bedrijven. Dit leidt tot meer kansen voor deelnemers om werkervaring op te doen, stages te volgen en zelfs betaald werk te vinden.

Innovatie in ondersteunende technologieën: innovaties in ondersteunende technologieën helpen deelnemers met een beperking om taken uit te voeren en hun werkcapaciteit te vergroten. Bijvoorbeeld technologieën voor communicatie, mobiliteit en toegankelijkheid op de werkplek.