‘Stimuleer met creatieve vaardigheden de oud-leerling zodat hij niet thuis komt te zitten’

Een good practice uit de regio Groot-Amsterdam
De overgang van school naar werk loopt voor jongeren uit het praktijkonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs niet altijd soepel. De kans op uitval, bijvoorbeeld in vergelijking met leeftijdsgenoten is groot.
Passende nazorg voor deze groep jongeren is daarom een belangrijk ontwikkelthema voor het vsopro. Hoe kunnen deze jongeren als zij eenmaal werken terugvallen op ondersteuning? In het hele land lopen hierover projecten en initiatieven. Het Landelijk Kwartiermakerschap deelt een aantal best practices. Lees hier wat de ervaringen zijn met de pilot Transfercoaching in Groot-Amsterdam.
De pilot Transfercoaching in Groot-Amsterdam in het kort
- Leerlingen worden tijdens en na de uitstroom uit het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs langdurig gecoacht op allerlei leefgebieden door een persoonlijke coach.
- Transfercoaching heeft als doel om een succesvolle transitie mogelijk te maken van de school (vso-pro) naar werk of vervolgonderwijs.
- De coach coacht buiten de kaders op alle levensgebieden.
- Leerlingen hebben de regie; ze bepalen wat ze nodig hebben van de coach.
- De transfercoach is geen hulpverlener, meer een ‘soort’ grote broer of zus die naast de leerling staat.
Renee Kraaij, netwerkcoördinator vso-pro regio Groot-Amsterdam, over de pilot Transfercoaching
“De pilot voor Transfercoaching is vooral bedoeld voor de groep leerlingen die echt nauwelijks een steunend netwerk hebben. De kans op uitval is bij elke vsopro leerling groot. Maar binnen die groep zijn de leerlingen zonder netwerk extra kwetsbaar. Toch wil je dat elke jongere werk krijgt, zijn werk behoudt of goed doorstroomt. Want als een leerling thuis komt te zitten, zonder werk of opleiding, is dat echt een enorme gemiste kans. Dat moet je echt proberen te voorkomen.”
“De redenen waarom het kan mislopen bij een leerling, zijn zo verschillend en zo persoonlijk dat ook de oplossing verschillend en persoonlijk moeten zijn. Het kunnen schoolzaken zijn, gedragsproblemen of privé-zorgen. Hier in Amsterdam speelt veel grote-stedenproblematiek, denk aan kinderen met ouders met veel schulden. In de leefwereld van een leerling is er vaak zoveel waaraan het ontbreekt, ze komen gewoon niet tot leren. De coach zoekt aangrijpingspunten om ze goed te ondersteunen.”
“In de pilot zagen we dat een coach meer kan doen voor een leerling dan een mentor. Om te beginnen heeft een coach meer tijd, toch vaak een bottleneck bij mentoren. Met de coach gaat de leerling in gesprek, ze stellen samen doelen op en maken afspraken. Er ontstaat een echte klik. De coach kan ook ‘s avonds of in het weekend af en toe tijd maken voor de leerling. Allemaal zaken die het verschil maken.”
“Om goede doelen te bepalen, is ook reflectie nodig. Dat is iets wat soms best lastig kan zijn voor deze jongeren, en ook daarom is die persoonlijke band zo belangrijk. Toch krijgen de jongeren op die manier zelf in beeld waar ze hulp bij nodig hebben. Welke vaardigheden en hulpbronnen zijn er nodig voor meer zelfredzaamheid? Hoe kun je problemen voorkomen? Bij wie kun je hulp vragen? Met genoeg creatieve vaardigheden kan een coach de leerlingen stimuleren, uitdagen en begeleiden.”
Meer informatie over de regio Groot-Amsterdam en contactgegevens, kijk hier.